Gezellig

Op de playa. Drie kinderen spelen in de golfjes. Hun topless moeder houdt ze in de gaten. Pikzwart haar, kogelronde en keiharde borsten en allerlei tatoeages van top tot teen. De vader staat naast haar. Tegen de twee meter. Kort geblondeerd haar. Zijn neus en kin steken een eind uit zijn gezicht en uit zijn mond komt een venijnig Spaans. Hij brengt zeker drie uur per dag door in de sportschool. Iedereen die langsloopt kijkt naar hem. Sommigen staan zelfs stil. Op de plek van zijn hart prijkt een groot hakenkruis. Op zijn rug zijn twee vleugels getatoeëerd met eronder nog een swastika. Op zijn kuit staat ‘88’, twee keer de achtste letter van het alfabet, Heil Hitler. Ik tegen Anne: hij zal wel jaloers zijn op onze Arische kinderen. Of, verwijzend naar The Blues Brothers: I hate Illinois nazis. Of: het is in ieder geval niet de vlag van Islamitische Staat. Ze lacht niet en ik ook niet echt. Vervolgens ga ik met mijn dochter een zandkasteel bouwen. Ik stel een adelaarsnest voor. Vindt ze een superidee.

Handtekening van de doctorandus

Een supermarkt in de Westerstraat. Drs. P. doet zijn boodschapjes in een tas. Hij is erg oud en krom.

Met een stukje karton en een pen ga ik naar hem toe en zeg: ‘Doctorandus? Ik heb u al vaker zien lopen en regelmatig overwogen om u om uw handtekening te vragen. Maar ik durfde het nooit.’

Hij kijkt me aan, glimlacht en zegt: ‘Zo. En dan heeft u nu toch de moed weten op te brengen.’